Nieuws
Sterren wijzen de weg voor Australische trekvlinder
Twee keer per jaar onderneemt de bescheiden bogongmot (Agrotis infusa) een indrukwekkende nachtelijke trektocht dwars door Australië, tot wel 1.000 kilometer, om in de herfst weer terug te keren om zich voort te planten en te sterven. Ondanks hun piepkleine hersenen weten deze motten zich verbluffend goed te oriënteren.
Een baanbrekende studie, gepubliceerd in Nature, toont aan dat bogongmotten de eerste bekende ongewervelden zijn die navigeren aan de hand van sterren. Onderzoekers bootsten een nachtelijke sterrenhemel na in een mini-planetarium boven een vluchtsimulator en zorgen ervoor dat het aardmagnetisch veld niet te voelen was. Bij realistische sterrenprojecties vlogen de motten in de juiste seizoensrichting. Werden de sterren echter verstoord, dan raakten ze gedesoriënteerd.
Metingen van hersenactiviteit toonden aan dat specifieke neuronen in de mot hersenen reageren op de oriëntatie van de sterrenhemel, vooral tijdens de zuidwaartse trek in de lente. De motten gebruiken dus een dubbel kompas: magnetische signalen én een sterrenkompas, mogelijk gebaseerd op patronen zoals de Melkweg.
Deze ontdekking werpt nieuw licht op het oriëntatievermogen van insecten en is van belang voor de bescherming van de soort, die door droogte en bosbranden sterk is afgenomen.